

Met zes man aan de borreltafel van het prestigieuze Mount Nelson hotel na een dag van bezoeken. En zoals dat gaat, van alles wordt er dan besproken. Terwijl de –zeer jonge – en donkere kelner de drank serveerde, zochten we met elkaar naar de naam van een voetballer die iedereen toch wel kende. Maar wij kwamen er niet op.
Terwijl hij het glas wijn voor ons inschonk, noemde de kelner de gezochte naam. Om zich direct daarna te verontschuldigen. Hij had dan wel meegeluisterd, maar realiseerde zich te laat dat meepraten lang niet door iedereen gewaardeerd zou hoeven worden.
Het bleek dat hij helemaal gek van voetbal was. En of we niet wilden komen kijken als hij a.s. zaterdag in zijn township speelde. Dat lukte niet omdat we vrijdag moesten doorreizen.
Op de dag van ons vertrek kreeg de kelner een envelop met een financiële geste. We waren nog niet de hoek om richting de auto’s of er kwam hard lopend iemand achter ons aan. Hadden we ons niet vergist met deze geste? ‘Nee, en nogmaals dank voor het delen van je passie en je goede zorgen voor ons’.
Ik heb nog nooit een kelner gezien die zo straalde.