Ze trokken van plaats naar plaats. Van land naar land. Gebruikten gebaande paden en ontdekten: nieuwe paden, nieuwe plekken, nieuwe mensen, nieuwe kansen. Waren vrij. In hun doen en laten. Hielpen elkaar op die (ontdekkings)reis. Luisterden naar de natuur. Immers, ze waren een onderdeel daarvan en wisten dat de natuur al duizenden jaren doet wat ze doet. Daar hadden ze respect voor. Eeuwenlang.
Nomaden namen op hun reis niet meer bagage mee dan ze konden (laten) dragen. Te veel meenemen betekende een te grote belasting. Voor hen of hun dieren. Betekende vertraging of zelfs stilstand. Flexibiliteit was in dat geval uitgesloten.
We leven in bijzondere tijden; volgens mij hebben de nieuwe nomaden de toekomst.
Ik wens u een ontdekkend bestaan.
Hartelijke groet,
Guus Lakeman